Na 43 jaar sluiten zowel Ruud Reurling als Marian de Jong hun werkende leven bij GGzE af. Ze begonnen hier hun opleiding tot B-verpleegkundige en werden in die tijd verliefd op elkaar. Inmiddels werkt ook hun dochter Eva bij GGzE én een broer van Ruud. Tijd voor een terugblik.
Het was geen liefde op het eerste gezicht. “Absoluut niet”, zegt Marian. Ze vond dat hij zich maar uitsloofde door voor iedereen te zorgen en dingen op te lossen. Maar gaandeweg het eerste opleidingsjaar leerden ze elkaar beter kennen en kwam Ruud zelfs bij Marian en haar moeder wonen. “Zijn verloofde had hem het huis uitgezet waardoor hij weer bij zijn moeder moest wonen. Vond ‘ie maar niks. Mijn moeder had een groot hart en ving wel vaker jongeren op in huis, dus zij vond het prima dat Ruud kwam.” Uiteindelijk gingen ze samenwonen in Eindhoven en doorliepen ze samen de opleiding. Dat ze allebei tot de in-service opleiding waren toegetreden was overigens best bijzonder, er waren namelijk 300 sollicitanten en maar dertig plekken.
‘Registratie was 5 minuten werk’
Ruud heeft vooral binnen de forensische psychiatrie gewerkt. “Dat werkveld intrigeerde mij het meest. Ik vond het razend interessant. In mijn begintijd waren er nog mensen opgenomen in de kliniek voor landloperij.” De wereld van de toen nog Rijks Psychiatrische Inrichting (RPI) zag er sowieso anders uit dan nu. Marian: “Je had twee directeuren, unithoofden en afdelingshoofden. De lijnen waren superduidelijk. Afdelingshoofden werkten mee op de werkvloer, registratie was 5 minuten werk; zonder computer of mobiel.” Dat ervaren ze nu wel anders; er komt veel meer administratief werk bij kijken. “Als vroeger iemand vanuit de kliniek uitstroomde naar buiten, hield je zelf een vinger aan de pols en vroeg je de wijkagent hetzelfde te doen. Dat was het. Maar nu moet je met een hoop organisaties schakelen om het te regelen”, zegt Ruud.
Van klinisch tot ambulant
Marian werkte de afgelopen 26 jaar bij TRTC, Top Referent Trauma Centrum. Ze heeft zich steeds verder gespecialiseerd in complexe traumabehandeling én ze heeft de ambulante behandeling mede opgezet. “Ik werk met mensen die beschadigd zijn door trauma’s en niet weten hoe ze moeten leven met zichzelf. Ik ondersteun ze bij het vinden van levensperspectief. Ingrijpend voor de cliënt maar ook voor mij, want ik weet niet of het lukt. Je treft iemand in een heel kwetsbare periode. Ik noem het altijd een jungletocht. We beginnen aan een tocht door de jungle en we weten niet waar we uitkomen.” Ruud werkte tot 2000 klinisch. “Het beheersmatige aspect van het werk vond ik verschrikkelijk, maar iemand in z’n meest kwetsbare moment leren kennen en die dan helpen terwijl ze er vaak tegen hun wil zijn, vond ik mooi en heb ik op mijn eigen wijze gedaan. Ik verwacht niks van mensen, alleen dat ze er zijn. Verbinding maken met elkaar, luisteren en aanvoelen.” De laatste jaren stond hij aan het begin van het forensisch FACT, een ambulante vorm van behandelen. Zijn motto: de kunst van het gewoon doen. “En dan mag je zelf de klemtoon leggen. Ik ben niks meer of minder dan de ander. Kan niet, bestaat niet. We kijken naar wat er wél kan.”
Past als een huis
Thuis aan de keukentafel werd nauwelijks over werk gesproken. Ze hadden aan weinig woorden genoeg om elkaar te begrijpen. “Hoe was je dag? Druk. Punt, einde gesprek. We weten van elkaar waar het over gaat”, zegt Marian. Het was ook geen thema dat ze vaak bij hun dochter onder de aandacht brachten, integendeel: “We hebben haar helemaal niet gestimuleerd om dit werk te doen. Het is complex werk, met complexe mensen, in een complexe organisatie. Maar ze heeft er zelf voor gekozen en dat is de beste keuze geweest. Het past haar namelijk als een huis”, zegt Marian. Ruud vult aan: “Ik vind het fascinerend hoe zij met haar jonge geest omgaat en nadenkt over het vak. Het past haar echt.”
Haargroei
Na jarenlang hard werken, hebben ze wel behoefte aan een wat rustiger leven. Marian noemt haar werk mentale topsport. “Ik stond altijd aan”. Een lege agenda en niet vooruit hoeven denken, spreken haar daarom wel aan. Samen motorrijden, eropuit met de hond… Ruud gaat weer eens vissen met een maat, “dat heb ik ‘m beloofd”, maar hij ziet zichzelf ook vrijwilligerswerk doen in het verlengde van zijn werk bij GGzE. Maar eerst maar gewoon even samen het pensioen inluiden. Als voorbereiding daarop sprak Marian op haar werk een jaar van tevoren uit dat haar pensioen eraan zat te komen zodat het een gezamenlijk proces werd. “Ik heb ook symbolisch een jaar lang mijn haar niet geknipt. Vanbuiten is anders niet te zien dat er vanbinnen iets speelt. En nu zagen mensen dat er iets aan mij veranderde en dat bood ruimte voor een gesprek over mijn afscheid.”
Het mooiste
De veranderingen binnen de ggz in al die jaren keken ze soms met lede ogen aan. Processen werden ingewikkelder, administratie langduriger. En wat hen betreft moeten cliënten meer inspraak krijgen. Tot in de raad van bestuur. “Dan wordt er daadwerkelijk in alle lagen met cliënten gepraat. Dan kunnen ze zich mengen in het beleid en tegenwind bieden aan theoretici”, zegt Marian. Maar eindconclusie blijft: Dit is het mooiste vak dat er bestaat. “Ik zou in een volgend leven het niet anders willen doen”, besluit Ruud.