Op deze pagina vind je de uitspraken die de klachtencommissie cliënten heeft genomen naar aanleiding van klachten gericht tegen GGzE in het kader van de Wet verplichte ggz (Wvggz).

De leden van de klachtencommissie cliënten werken niet bij GGzE en komen tot een onafhankelijke beslissing.

Uitspraak klacht 2021-001

De klacht richt zich tegen: 

De klacht richt zich op de beslissing tot toepassing van dwangbehandeling (verplichte zorg) door het onterecht plaatsen van klager in een kamerprogramma in de periode van 27 december 2020 tot en met 4 januari 2021. 

Klager heeft TBS met dwangverpleging 

De klachtencommissie verklaart de klacht:  

Gegrond

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen waarna een uitspraak van de klachtencommissie volgt over de hoogte van het bedrag. 

Uitspraak klacht 2021-002

De klacht richt zich tegen:

de beslissing van 26 december 2020, die ziet op de uitvoering van tijdelijke verplichte zorg voorafgaand aan een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:3 Wvggz, waarbij klaagster gesepareerd is en daarbij ontkleed.  

Klager heeft voorwaardelijke PIJ maatregel.

De klachtencommissie verklaart de klacht: 

gegrond.

Schadevergoeding: € 40,- 

Uitspraak klacht 2021-003

De klacht richt zich tegen: 

de beslissing van 29 december 2020 om klager in zijn recht op bewegingsvrijheid te beperken door middel van het innemen van de tuinpas.  

Klager heeft TBS met dwangverpleging. 

De klachtencommissie verklaart de klacht:  

gegrond.

Schadevergoeding: n.v.t. 

Uitspraak klacht 2021-004

De klacht richt zich tegen: 

de beslissing van 14 januari 2021 om klager om op grond van artikel 8:9 Wvggz klager verplichte zorg toe te passen in de vorm van medicatie.  

Klager heeft een zorgmachtiging. 

De klachtencommissie verklaart de klacht:  

gegrond. 

Schadevergoeding: n.v.t. 

Uitspraak klacht 2021-005

De klacht richt zich tegen:

de beslissingen vanaf 9 november 2020 over de uitvoering van de zorgmachtiging op grond van artikel 8.9 Wvggz met betrekking tot kamerprogramma’s en separaties vanaf die periode.  

Klaagster heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht tegen de voornoemde beslissingen van:  

  • 9 november 2020, die ziet op het insluiten in een separeerverblijf op basis van verplichte zorg: gegrond;
  • 7 januari 2021, die ziet op het verlenen van verplichte zorg te verlenen in de vorm van insluiten: ongegrond;
  • 13 januari 2021, die ziet op separatie: ongegrond;
  • 21 januari 2021, die ziet op het insluiten in een separeerverblijf op basis van verplichte zorg: gegrond. 

Schadevergoeding: klaagster wordt in de gelegenheid gesteld om haar verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen, waarna de klachtencommissie een beslissing zal nemen.

Uitspraak klacht 2021-005 schadevergoeding

De klachtencommissie verklaarde de klachten gegrond in beslissing 2021-005, gericht tegen: 

de beslissingen van 9 november 2020 en 21 januari 2021, die zien op het insluiten in een separeerverblijf op basis van verplichte zorg. 

Klaagster heeft een zorgmachtiging. 

Schadevergoeding: 

De klachtencommissie wijst de verzoeken om schadevergoeding naar aanleiding van de gegrond verklaarde klachten over de beslissingen van 9 november 2020 en 21 januari 2021 af.  

Uitspraak klacht 2021-006

De klacht richt zich tegen:

de beslissing van 21 januari 2021 ter uitvoering van de verplichte zorg in de vorm van het toedienen, dan wel onder dwang doen innemen een verhoogde dosering van het middel Clozapine.

Klager heeft een crisismaatregel.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

gegrond.

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen, waarna de klachtencommissie een beslissing zal nemen.

Uitspraak klacht 2021-006 schadevergoeding

De klachtencommissie heeft de klacht tegen de beslissing van 21 januari 2021 ter uitvoering van de crisismaatregel in de vorm van het toedienen van medicatie op 2 februari 2021 gegrond verklaard.

Klager heeft een crisismaatregel.

Schadevergoeding: € 10,-

Uitspraak klacht 2021-007

De klacht richt zich tegen:

Beslissingen over de vormen van verplichte zorg die op grond van artikel 8:9 Wvggz zijn toegepast, te weten opname in een accommodatie, beperken van de bewegingsvrijheid en insluiting

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

gegrond

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen, waarna de klachtencommissie een beslissing zal nemen.

Uitspraak klacht 2021-007 schadevergoeding

De klachtencommissie heeft op 2 maart de volgende klachten gegrond verklaard, gericht tegen:

1. De klacht over de beslissing om klager verplichte zorg te verlenen door hem gedwongen over te laten brengen naar de SPOR, omdat de beslissing niet voldeed aan het bepaalde in artikel 8:9 lid 1 Wvggz.

2. De klacht over de beperking van de bewegingsvrijheid van klager, omdat het formulier “ Beslissing verlenen verplichte zorg (art 8:9 Wvggz)” zeer gebrekkig ingevuld was waardoor het de klachtencommissie onmogelijk was om te toetsen of de beslissing om klager te beperken in zijn bewegingsvrijheid voldeed aan hetgeen in artikel 8:9 Wvggz wordt voorgeschreven.

3. De klacht over het insluiten van klager, omdat artikel 8:9 Wvggz niet van toepassing kon zijn op deze beslissing, omdat in de zorgmachtiging van klager niet was opgenomen dat insluiten als verplichte zorg aan hem kon worden verleend.

Klager heeft een zorgmachtiging.

Schadevergoeding: 185 euro.

Uitspraak klacht 2021-009

De klacht richt zich tegen:

de beslissing van 21 januari 2021 tot het toepassen van verplichte zorg in de vorm van het innemen van telefoon en laptop.

Klager heeft TBS met dwangverpleging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

gegrond

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen, waarna de klachtencommissie een beslissing zal nemen.

Uitspraak klacht 2021-010

De klacht richt zich:

op de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg, te weten opname in een accommodatie vanaf 5 februari 2021.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

gegrond

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen, waarna de klachtencommissie een beslissing zal nemen.

Uitspraak klacht 2021-010 schadevergoeding

De klachtencommissie heeft op 19 februari 2021 de klacht van klager over de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van opname in een accommodatie met ingang van 5 februari 2021 gegrond verklaard.

Klager heeft een zorgmachtiging.

Schadevergoeding: de klachtencommissie kent aan klager een schadevergoeding toe naar billijkheid van € 560,- vanwege de opname in de accommodatie van 5 tot en met 19 februari 2021.

Uitspraak klacht 2021-011

De klacht richt zich tegen:

de beslissing tot toepassing van dwangbehandeling (verplichte zorg) d.d. 10 februari 2021 door het opnemen van klager in een accommodatie en tot het toedienen van medicatie.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie:

  • verklaart de klacht van klager over de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van opname in een accommodatie ongegrond.
  • verklaart de klacht van klager tegen verplichte zorg in de vorm van medicatie niet ontvankelijk.

Schadevergoeding: n.v.t.

Uitspraak klacht 2021-012

De klacht richt zich tegen:

de beslissing tot toepassing van dwangbehandeling (verplichte zorg) door het onterecht plaatsen van klager in separatie. Klager geeft aan dat de separatie wat hem betreft veel te lang duurt.

Klager heeft TBS met dwangverpleging.

De klachtencommissie:

verklaart de klacht van klager over de beslissing tot toepassing van verplichte zorg (separatie) over de periode van 20 januari 2021 tot en met de datum dat die separatie is toegepast

gegrond

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn schadevergoedingsverzoek te onderbouwen, waarna de klachtencommissie een beslissing zal nemen.

Uitspraak klacht 2021-015

De klacht richt zich tegen:

de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie vanaf 1 januari 2021. Tijdens de mondelinge behandeling is echter gebleken dat klager zich richt tegen de beslissing van verweerder om met ingang van 21 januari 2021 verplichte zorg in de vorm van medicatie toe te dienen.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht tegen de voornoemde beslissingen van:

  • de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie met ingang van 21 januari 2021 ongegrond
  • de beslissing voor zover die betrekking heeft op het toepassen van verplichte zorg in de vorm van medicatie vanaf heden gegrond

Schadevergoeding: de klachtencommissie wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Uitspraak klacht 2021-016

De klacht richt zich tegen:

de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie vanaf 15 december 2020.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht van klager over de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie met ingang van 4 december 2020

ongegrond

Schadevergoeding: n.v.t.

Uitspraak klacht 2021-021

De klacht richt zich tegen:

de beslissing tot toepassing van dwangbehandeling (verplichte zorg) met betrekking tot het beperkt gebruiken van telefoon en laptop.

Klager heeft TBS met dwangverpleging.

De klachtencommissie verklaart de klacht

gegrond

Schadevergoeding: de klachtencommissie stelt klager in de gelegenheid om zijn verzoek te onderbouwen, waarna de instelling hierop zal reageren. Tenslotte neemt de klachtencommissie een beslissing.

Uitspraak klacht 2021-025

De klacht richt zich tegen:

de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie d.d. 17 maart 2021.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht

gegrond

Schadevergoeding: de klachtencommissie stelt klager in de gelegenheid om zijn verzoek te onderbouwen, waarna de instelling hierop zal reageren. Tenslotte neemt de klachtencommissie een beslissing. 

Uitspraak klacht 2021-025 schadevergoeding

De klachtencommissie heeft op 13 april 2021 de klacht van klager over de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie d.d. 17 maart 2021 gegrond verklaard.

Klager heeft een zorgmachtiging.  

Schadevergoeding: de klachtencommissie kent aan klager een schadevergoeding toe naar billijkheid van € 50,- vanwege het niet adequaat en niet tijdig doen van de mededeling zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz d.d. 17 maart 2021. 

Uitspraak klacht 2021-026

De klacht richt zich tegen:

de uitvoering van de zorgmachtiging door verplichte zorg toe te passen in de vorm van verplichte medicatie d.d. 25 februari 2021. De klacht van klager omvat twee onderdelen, te weten:

  • er is zonder reden verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie toegepast;
  • de aanzegging ex art. 8.9. WvGGZ is niet door de juiste zorgverantwoordelijke aangevraagd dan wel opgesteld.


Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht

op beide onderdelen ongegrond

Schadevergoeding: geen.

Uitspraak klacht 2021-027

De klacht richt zich tegen:

de beslissing van 25 maart 2021 tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie, aan te vangen op 29 maart 2021.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht

ongegrond

Schadevergoeding: geen.

Uitspraak klacht 2021-030

De klachten richten zich volgens de klaagschriften tegen:

  • de beslissing van 26 april 2021 om aan klager verplichte zorg te verlenen door hem in een kamerprogramma te plaatsen, en
  • de beslissing van 2 mei 2021 om aan klager verplichte zorg te verlenen door hem in een separeerruimte te plaatsen.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klachten:

ongegrond

Schadevergoeding: geen.

Uitspraak klacht 2021-033

De klacht richt zich tegen:

de beslissing om klager op klager dwangbehandeling toe te passen in de vorm van het innemen en uitlezen van zijn smartphone en laptop.

Klager heeft TBS met dwangverpleging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

gegrond

Schadevergoeding: n.v.t.

Uitspraak klacht 2021-034

De klacht richt zich tegen:

de beslissing van 29 april 2021 om aan klager verplichte zorg te verlenen door hem depotmedicatie toe te dienen.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht van klager over de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie met ingang van 4 december 2020

ongegrond

Schadevergoeding: geen

Uitspraak klacht 2021-036

De klacht is gericht op het volgende:

de beslissing om aan klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van de opname in een accommodatie.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

  • voor zover die zich richt op de beslissing die genomen is tussen 22 februari 2021 en 28 februari 2021 door GGzE om aan klager verplichte zorg te verlenen door hem op te laten nemen in een accommodatie; gegrond
  • voor zo ver die zich richt op de beslissing van 1 maart 2021 om aan klager verplichte zorg te verlenen door hem op te nemen in een accommodatie; gegrond
  • over de duur van de opname in een accommodatie; gegrond
  • over het voorstel om over te stappen op een vorm van begeleid wonen; ongegrond.

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen, na de reactie van de instelling op de onderbouwing zal de klachtencommissie een besluit nemen.

Uitspraak klacht 2021-036 schadevergoeding

De klachtencommissie heeft op 3 juni 2021 de klacht van klager over de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van opname in een accommodatie met ingang van 1 maart 2021 gegrond verklaard.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie stelt vast dat zij in de beslissing over de schadevergoeding van klager van 24 juni 2021 een kennelijke fout heeft gemaakt bij het bepalen van het aantal dagen dat klager bij Novadic/Kentron heeft verbleven. De klachtencommissie is ten onrechte uitgegaan van 40 dagen. Het aantal dagen moet echter zijn 60 dagen. De uitspraak dient daarom herzien te worden en dient te luiden;

Schadevergoeding: kent aan klager een schadevergoeding toe naar billijkheid van ( ½ x € 40,= x 60 dagen ) = € 1200,= vanwege de onrechtmatige opname in Novadic/Kentron accommodatie van 1 maart 2021 tot 29 april 2021.

Uitspraak klacht 2021-038

De klacht richt zich tegen:

de beslissing om klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van de toediening van medicatie.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

gegrond

Schadevergoeding: 75 euro.

Uitspraak klacht 2021-039

De klachten richten zich op de volgende beslissingen;

  • Klager op 3 juni 2021 over te plaatsen naar beveiligingsniveau 3, en
  • Klager op 3 juni 2021 te plaatsen in een separeerruimte, en
  • Klager klaagt dat hij onterecht wordt beschuldigd van drugshandel en drugsgebruik in de instelling.

Klager heeft TBS met dwangverpleging.

De klachtencommissie verklaart als volgt:

  • Verklaart zich niet bevoegd om de klacht van klager over de beslissing om hem over te plaatsen naar beveiligingsniveau 3 te beoordelen.
  • Verklaart zich niet bevoegd om de klacht van klager dat hij onterecht wordt beschuldigd van drugshandel en drugsgebruik in de instelling te beoordelen.
  • Verklaart de klacht over de beslissing van 3 juni 2021 om hem te separeren; gegrond.

Schadevergoeding: geen

Uitspraak klacht 2021-042

De klachten van klager richten zich

  1. op de beslissing van 7 juli 2021 om hem te beperken in zijn recht op bewegingsvrijheid;
  2. op de beslissing van X juli 2021 om hem te beperken in zijn recht op het ontvangen van bezoek.

Klager heeft TBS met voorwaarden.

De klachtencommissie verklaart de klacht over;

  1. de beslissing van 7 juli 2021 om hem te beperken in zijn recht op bewegingsvrijheid: ongegrond;
  2. de beslissing van X juli 2021 om hem te beperken in zijn recht op het ontvangen van bezoek: ongegrond.

Schadevergoeding: geen.

Uitspraak klacht 2021-045

De klacht richt zich op de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van separatie en/of een kamerprogramma, waarbij de klachtencommissie dit aldus heeft begrepen:

  • De separatie met ingang van 28 juli 2021;
  • De separatie met ingang van 4 augustus 2021;
  • Het gesloten kamerprogramma met ingang van 9 augustus tot en met 16 augustus 2021.

Klager heeft TBS met voorwaarden.

De klachtencommissie verklaart de klacht over;

  • de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van separatie op 28 juli 2021 ongegrond;
  • de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van separatie op 4 augustus 2021 gegrond;
  • de voortzetting van die separatie en het gesloten kamerprogramma vanaf 5 augustus 2021 tot en met 16 augustus 2021 ongegrond.

Schadevergoeding: de klachtencommissie stelt klager in de gelegenheid om zijn verzoek om een schadevergoeding schriftelijk te onderbouwen uiterlijk een week na de ontvangst van deze gemotiveerde beslissing.

Uitspraak klacht 2021-045 schadevergoeding

Bij beslissing van de klachtencommissie van 3 september 2021 is de klacht inzake de toepassing van verplichte zorg in de vorm van separatie op 4 augustus 2021 gegrond verklaard en voor de overige onderdelen ongegrond verklaard.

Klager heeft TBS met voorwaarden.

Schadevergoeding: 75 euro.

Uitspraak klacht 2021-046

De klacht richt zich op:

de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van medicatie, alsmede toepassing van tijdelijk verplichte zorg in de vorm van separatie en (nood)medicatie, een en ander op 6 augustus 2021.

Klager heeft een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

gegrond

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen, waarna een reactie van de instelling zal worden gevraagd. Op basis hiervan beslist de klachtencommissie over de hoogte van de schadevergoeding.

Uitspraak klacht 2021-046 schadevergoeding

Bij beslissing van de klachtencommissie van 16 september 2021 is de klacht inzake de toepassing van verplichte zorg in de vorm van medicatie, alsmede toepassing van tijdelijk verplichte zorg in de vorm van separatie en (nood)medicatie, een en ander op 6 augustus 2021, gegrond verklaard.

Klager heeft een zorgmachtiging.

Schadevergoeding: 250 euro.

Uitspraak klacht 2021-047

De klacht richt zich op:

  • de beperking van het gebruik van internet en telecommunicatiemiddelen zoals opgenomen in de huisregels van de afdeling waar klager verblijft.

Klager heeft TBS met dwangverpleging.

De klachtencommissie verklaart de klacht: ongegrond

Schadevergoeding: geen

Uitspraak klacht 2021-051

De klachten richten zich:

kennelijk op de beslissing van 25 augustus 2021 om klager te separeren en op de beslissing om hem daarna langdurig en voor onbepaalde tijd in de High Care te laten verblijven.

Klager heeft TBS met dwangverpleging.

De klachtencommissie verklaart de klachten:

  • over de beslissing van 25 augustus 2021 om hem te separeren: ongegrond
  • en de klacht over de beslissing om hem daarna langdurig en voor onbepaalde tijd in de High Care te laten verblijven: gegrond

Schadevergoeding: klager wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek tot schadevergoeding te onderbouwen. Na de reactie van de instelling hierop zal de klachtencommissie een beslissing hieromtrent nemen.

Uitspraak klacht 2021-056

De klacht richt zich:

Op het niet nakomen van de verplichting om hem de in zijn zorgmachtiging vermelde zorg te verlenen, door hem, zonder zijn instemming, tijdelijk weg te sturen van de afdeling.

Klager heeft zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht: 

ongegrond

Schadevergoeding: geen

Uitspraak klacht 2021-057-064

De klachten richten zich op:

2021/057:

  • klacht over de beslissing van 12 november 2021 om klager in de afzonderingsruimte van de SPOR te laten verblijven voor zover deze klacht zich richt op het verblijf in de afzonderingsruimtevoorafgaande aan het moment waarop de crisismaatregel werd getroffen;
  • klacht over de beslissing van 12 november 2021 om klager in de afzonderingsruimte van de SPOR te laten verblijven voor zover deze klacht zich richt op het verblijf in de afzonderingsruimte na het moment waarop de crisismaatregel werd getroffen;
  • klacht over de beslissing van 12 november 2021 om klager in de afzonderingsruimte van de SPOR verplichte zorg te verlenen in de vorm van de toediening van kortwerkende medicatie;
  • klacht over de beslissing van 13 november 2021 om klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van insluiting in een separeerruimte.

2021/064:

  • de klacht over de beslissing van 29 november 2021 om klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van insluiting;
  • de klacht over de beslissing van 30 november 2021 om klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van de toediening van medicatie;
  • de klacht over de beslissing van 1 december 2021 om klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van de toediening van kortwerkende medicatie;
  • de klacht over de beslissing van 29 november 2021 om klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van insluiting;
  • de beslissingen van 29 november 2021, 30 november 2021 en 1 december 2021 om klager wilsonbekwaam te verklaren.


Klager heeft een crisismaatregel en daaropvolgend een zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klachten: ongegrond

Schadevergoeding: geen

Uitspraak klacht 2021-059

De klacht richt zich op:

de beslissing van 16 november 2021 om klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van de toediening van medicatie.

Klager heeft zorgmachtiging.

De klachtencommissie verklaart de klacht:

ongegrond

Schadevergoeding: geen

Uitspraak klacht 2021-059 schadevergoeding

Schadevergoedingsverzoek naar aanleiding van de gegrond verklaarde klacht, uitspraak op 4 februari 2021, inzake de klacht gericht tegen:

De beslissingen die van kracht waren van 14 december tot 27 december 2020 en van 29 december 2020 tot heden, om klager te beperken in zijn bewegingsvrijheid door hem een kamerprogramma op te leggen, alsmede de beslissingen die van kracht waren van 7 december tot 14 december 2020 en van 27 december tot 29 december 2020 om klager in te sluiten.

Klager heeft TBS met voorwaarden.  

Schadevergoeding: afgewezen